On

Onhoorbaar klopt mijn hart, hard.
Ondenkbaar gaan mijn hersens, snel.
Ontroostbaar gaat mijn ziel, valt.
Onhoorbaar suizen mijn oren, dieper.
Onzichtbaar tranen mijn ogen, vocht.
Onwrikbaar blijven mijn voeten, daar.
Onbeweeglijk komt mijn lichaam, stil.
Onverteerbaar maalt mijn maag, door.
Onrustig slaapt mijn geest, in.

Onzekerheid, ik haat het.

lactamaeon


Spookrijder

Tegendraads tegen jou,
En jij tegen mij.
Tot frontaal in botsing,
Rijden wij.

En dan de klap,
Uit de verte een schreeuw.
En kijken, vlug! Rap!
Zijn we nog heel?

Een zucht van verlichting,
Want, we leven nog.
Hoogstens een verwonding,
Kunnen wij hebben, toch?

Maar littekens zijn er,
Zichtbaar en aanwezig.
Toch keer op keer,
Alles weer vergeven.

Tot, toen weer een klap.
Veel wonden, veel bloed.
Toen wist ik, ik kap,
Dit komt niet meer goed.

Want de tranen die stromen,
Zijn als bloed zo rood.
Er moest niets meer komen,
Anders bloedde ik dood.

Dus ben ik gegaan,
In mijn eentje gestrompeld,
Verweg hiervandaan,
In water ondergedompeld.

Verwassen en schoon,
Van alle zorgen ontdaan.
Ben ik zonder schroom
Alleen verder gegaan.

Doch de spookrijder bleef,
Nu binnen in mij.
Mijn verstand overdreef,
Mijn gevoel bleef erbij;
Dat ik voor jou leef,
’t voor jou is, dat ik spookrij.
Dat ik bloedtranen geef,
Voor jou én voor mij.

Dus draai ik maar om,
Weetend, heg noch steg.
Mijn verstand noemt me stom,
Maar mijn gevoel weet de weg.

Zo zie ik je weer,
Rijd paralel aan jou.
En blij ben ik zeer,
Je laat me niet in de kou.

Dan weet ik……..
Dat jij het alles wel waard was.
Dan weet ik……..
Dat zorgen voorbij zullen gaan.
Dan weet ik……..
Het ergste deel komt nu pas.
Dan weet ik……..
Dat ik bij jou in het krijt zal staan.

lactamaeon


Soms – lactamaeon

Soms, heel soms… mag ik je niet.
Maar snap ik ook niet, wat jij in mij ziet.
Dan ben ik hard en vreselijk gemeen.
Wil ik gelijk hebben, houd ik stijf mijn been.

Soms, heel soms… mag ik je niet.
Begrijp ik totaal niet, hoe jij de dingen ziet.
Zo vreselijk onredelijk vind ik je dan,
Dat ik er met mijn pet onmogelijk bij kan.

Soms, heel soms… mag ik je niet.
Ben ik kwaad op jou, om wat je in me ziet.
Dan haat ik jou en mezelf nog meer,
Want ik kan je niet helpen, niet iedere keer.

Soms, heel soms… mag ik je niet.
Ben ik ook boos, hoewel jij het niet ziet.
Dan denk ik dat ik je niet interesseer.
Denk ik mezelf ongelukkig, keer op keer.

Maar soms, als ik dichtbij je ben,
Even rust neem, niet als een dwaas door het leven ren,
Dan zie ik dat ik veel van je houd,
Dat ik soms ook de rots ben, waarop jij bouwt.

lactamaeon


Later en groot

‘Het is later en ik ben groot.’ Zo lees ik op het billboard.
Keer op keer als ik erlangs kom, vraag ik me af of ik dat word.

En telkens weer denk ik, ‘was het maar zo’n feest!’
Dan was ik tenminste iets of wellicht al iets geweest.

Maar ik ben niets en niemand nog. Niemand die mij roemt.
Ik heb geen betekenis, men volgt, verwachtingsvol, wat komt.

Ik wil jullie verwachtingen niet, wie weet word ik een flop!
En dan, zal iedereen mij haten, want ik kon er niet tegenop.

Was ik al maar 20 jaar verder, werkend en getrouwd.
Wie weet al kinderen, voorwie ik leef, waar ik oneindigveel van houd.

Dan was ik tenminste iets en misschien verwachtingen beschaamd.
Maar niemand die nog iets van me wil, of mij dingen vermaand.

Maargoed, ik ben pas 17 en de toekomst ligt voor mij nog open.
Ouders, scholen, werk en vriend, volgen hoe mijn weg zal verlopen.

En ik hoop dat als het later is en ik dan toch groot zal zijn,
Ik zal terugkijken met een lach, tevreden, ookal is mijn geluk klein.

Dat een ieder aan mij kan zien, dat ik een vrouw ben, gelukkig met wat ze heeft.
Dat men zal zeggen ‘kijk, zij heeft haar leven echt en werkelijk geleefd.’

lactamaeon


(Mee)roken

Roken is slecht. Dat weten we onderhand wel.

Nu blijkt dat ook meeroken slecht is. Goh, dat had ik zelf niet kunnen verzinnen. Ok, men wist al langer dat meeroken schadelijk was, maar nu blijkt dat het schadelijker is dan iedereen dacht. Daarom gaan we overal rookvrije werkgelegenheden maken. Het is geweldig!

Wat ik me afvraag is, of dit allemaal wel zinnig is. ‘Duizenden mensen sterven door meeroken’ las ik in de krant een week of wat geleden. Het eerste wat ik dacht was; bullshit. En mijn mening is sindsdien niet veranderd. Waarom bullshit?
Ik woon naast een rijksweg, de A13. Als ik nu uit mijn raampje kijk, zie ik de auto’s zo voorbijrijden. Verder niets mis mee, ik woon hier sinds mijn 2e en ben er dus wel aan gewend. Ik hoor er niets meer van, zeker niet sinds men nieuwe geluidswanden heeft geplaatst.
Wat is nu het punt. Al langer is bekend dat ik, die aan de rijksweg woon, gemiddeld minstens 1 pakje sigaretten per dag rook. Sterker nog, ik woon 100 meter van het vervuildste stukje van Nederland vandaan. Natuurlijk is dit mijn eigen keuze, verhuizen kan altijd.
Maar wat ik probeer te zeggen; stel ik krijg longkanker, dan gaan ze mij niet wijsmaken dat dit komt door meeroken! Ja, natuurlijk komt het door meeroken, maar dan wel meeroken met de snelweg.
Dus ze kunnen nog zo hard schreeuwen dat duizenden mensen sterven aan meeroken en dat heel Nederland rookvrij moet worden, veel oplossen zal het niet. Zolang er grote autowegen zijn, waarop druk heen en weer gereden wordt, valt er weinig op te lossen aan het ‘mee-rook-probleem’.

Nu houd ik zelf helemaal niet van roken, en zeker niet als mensen naast mij gaan roken. Dus wat mij betreft mogen ze best rookvrije ruimten creeren. Het gaat mij er alleen om dat het werkelijk niets zal helpen, zolang wij onze auto in- en uitstappen, onze frabrieken laten draaien en meer van dit soort zaken voort zullen zetten.
Ze moeten niet zo zeuren over meeroken, laat ze liever een oplossing zoeken voor de meer essentiele problemen, zoals luchtvervuiling!

lactamaeon