een diep verlangen
drukkend op m’n borst
probeer te begrijpen
wat er gebeurd
het onbegrip – ik slip
val, verlies mn grip
knagend schuldgevoel
niet goed genoeg
verlies mezelf
en vind jou
kus de onrust
onarm de twijfel
geluk is niet blijvend
huil om uitingen van liefde
wetend dat
het niet oprecht is
hartpijn
hoofdpijn
het kan elk moment over zijn
laat het gaan
als de tijd komt
je ontkomt er niet aan
huil om uitingen van liefde
wetend dat
ze niet oprecht zijn
gabriel
Ik hield wel van fietsen omdat ik me vrij voelde als ik fietste. Ik wist dat mijn fiets wel heen moest gaan waar ik heen wou en technisch gezien kon ik overal komen op mijn fiets.
Ja, ik hield wel van rust. Mensen vonden mij misschien ietwat raar, maar dat was alleen omdat ze me niet kenden. Ik genoot van kleine dingetjes van het leven, zoals dit bankje bijvoorbeeld. Sommige mensen vinden dat een goed bankje een perfect mooi uitzicht moet hebben maar daar ben ik ‘t niet mee eens.
Ik voel me hier één met de natuur.
Ik heb het gevoel alsof de natuur mij begrijpt, weet je?
Ik vond hem eerst wat raar.
Maar hoe langer hij bleef zitten, hoe meer ik zin had om ‘m te pakken en aan m’n mond te zetten.
Hij lachte tegen me en ik wist dat hij mijn melk uitlachte.
Toen bood hij mij zijn melk aan. Natuurlijk dronk ik het niet gulzig op, want een man’s melk is speciaal.
Het moet de lekkerste melk zijn geweest dat ik ooit geproefd heb. En toen wist ik het. De nieuwe verpakking beviel me wel.
gabriel
mn hoofd zit te vol om nog na te kunnen denken
ik lijk m’n oma wel, die kan ook nooit iets weggooien
als ik wil kan ik overal een enorm probleem van maken
op zn tijd een drama queen, maar dat zijn mijn eigen zaken
herinneringen komen mn oren uit en ik kan de oplossing maar niet horen
mijn ogen stijf gesloten, zien alleen aan de binnenkant het verleden
de glimps die ze opvangen van wat er komen gaat, verrast ze altijd even
het verleden is zo zwart, de kleuren van het heden doen ze beven
ik moet naar de wc, ik hou het echt niet meer op
maar er zijn teveel zinnen, woorden vliegen door m’n kop
ik beweeg mn vingers over de toetsen, zo spastisch als een pop
maar ooit komt een tijd en dan zijn de woorden gewoon op
gabriel
was je maar een wazig gezicht
een gestalte zonder scherpe lijnen
een verhaal zonder begin of eind
die altijd onafgemaakt zal blijven
was je maar een leeg omhulsel
had je maar geen karakter
was je maar de ongeneesbare ziekte
in plaats van de verzachter
gabriel
alle woorden vliegen, elkaar kruisend
dwars door alle punten, geen acht slaand op komma’s
lidwoorden verwisseld
zoekend naar het juiste woord
altijd op zoek naar iets beters en een manier
om het mooier te verwoorden
is inhoud onbelangrijk
of moeten wij rijmen en dichten
zodat de boodschap gehoord wordt?
gabriel